Lessen
Aantal vragen: 20
Goed: 0
Fout: 0

de komeet :

  • De lucht in schieten.
  • Een klein hemellichaam met een staart. Het bestaat uit ijs, gas en stof.
  • Zo dicht langs iets gaan dat je het bijna raakt.

lanceren:

  • Iets of iemand met je zintuigen opmerken, vooral met je ogen en oren.
  • Alsof het niets weegt en daardoor zweeft. De zwaartekracht werkt er niet op.
  • De lucht in schieten.

gewichtloos:

  • Alsof het niets weegt en daardoor zweeft. De zwaartekracht werkt er niet op.
  • Een cabine voor de bemanning van een ruimteraket.
  • Het heelal. De ruimte waarin de aarde, de andere planeten en de sterren zich bevinden.

de straling :

  • Een bijzondere opdracht waarvoor je meestal op reis moet.
  • Uitgezonden licht of warmte.
  • Een cabine voor de bemanning van een ruimteraket.

de missie:

  • Een klein hemellichaam met een staart. Het bestaat uit ijs, gas en stof.
  • Een bijzondere opdracht waarvoor je meestal op reis moet.
  • Met overal dezelfde tussenruimte, op elk punt even ver van elkaar.

de luchtdruk:

  • Een klein hemellichaam met een staart. Het bestaat uit ijs, gas en stof.
  • Een cabine voor de bemanning van een ruimteraket.
  • De kracht die de lucht op de aarde uitoefent.

evenwijdig:

  • Klein en niet belangrijk.
  • Met overal dezelfde tussenruimte, op elk punt even ver van elkaar.
  • De dampkring. De luchtlaag rond de aarde of om een ander hemellichaam.

het vacuüm:

  • Een cabine voor de bemanning van een ruimteraket.
  • Een ruimte zonder lucht erin.
  • Iets of iemand met je zintuigen opmerken, vooral met je ogen en oren.

de atmosfeer:

  • Klein en niet belangrijk.
  • De dampkring. De luchtlaag rond de aarde of om een ander hemellichaam.
  • Alsof het niets weegt en daardoor zweeft. De zwaartekracht werkt er niet op.

koersen:

  • Een cabine voor de bemanning van een ruimteraket.
  • Een bijzondere opdracht waarvoor je meestal op reis moet.
  • Een bepaalde kant uitgaan.

de barrière:

  • Alsof het niets weegt en daardoor zweeft. De zwaartekracht werkt er niet op.
  • De belemmering. Iets wat in de weg staat of je tegenhoudt.
  • Iets of iemand met je zintuigen opmerken, vooral met je ogen en oren.

ijl:

  • Dun. Dit zeg je van lucht waar weinig zuurstof in zit.
  • Met overal dezelfde tussenruimte, op elk punt even ver van elkaar.
  • Een bijzondere opdracht waarvoor je meestal op reis moet.

de meteoor :

  • Een klein hemellichaam met een staart. Het bestaat uit ijs, gas en stof.
  • Stuk steen of metaal dat vanuit de ruimte de dampkring in schiet en verbrandt. Daardoor zie je een lichtflits en noemen we het een vallende ster.
  • Een bijzondere opdracht waarvoor je meestal op reis moet.

waarnemen:

  • Klein en niet belangrijk.
  • De dampkring. De luchtlaag rond de aarde of om een ander hemellichaam.
  • Iets of iemand met je zintuigen opmerken, vooral met je ogen en oren.

de baan om de aarde :

  • Stuk steen of metaal dat vanuit de ruimte de dampkring in schiet en verbrandt. Daardoor zie je een lichtflits en noemen we het een vallende ster.
  • Het heelal. De ruimte waarin de aarde, de andere planeten en de sterren zich bevinden.
  • Een cirkel om de aarde waarbij de afstand tot de aarde overal even groot is.

nietig:

  • Klein en niet belangrijk.
  • De atmosfeer. De luchtlaag rond de aarde of een ander hemellichaam.
  • Een cirkel om de aarde waarbij de afstand tot de aarde overal even groot is.

de capsule:

  • Een bepaalde kant uitgaan.
  • Een cabine voor de bemanning van een ruimteraket.
  • De belemmering. Iets wat in de weg staat of je tegenhoudt.

het universum:

  • Het heelal. De ruimte waarin de aarde, de andere planeten en de sterren zich bevinden.
  • Iets of iemand met je zintuigen opmerken, vooral met je ogen en oren.
  • De kracht die de lucht op de aarde uitoefent.

scheren:

  • Zo dicht langs iets gaan dat je het bijna raakt.
  • Het heelal. De ruimte waarin de aarde, de andere planeten en de sterren zich bevinden.
  • Dun. Dit zeg je van lucht waar weinig zuurstof in zit.

de dampkring:

  • Uitgezonden licht of warmte.
  • De atmosfeer. De luchtlaag rond de aarde of een ander hemellichaam.
  • Een bijzondere opdracht waarvoor je meestal op reis moet.