Lessen
Aantal vragen: 20
Goed: 0
Fout: 0

lomp:

  • Indrukwekkend.
  • Grof, lelijk, zonder manieren.
  • Ongeïnteresseerd, als het je niets kan schelen.

zelfingenomen:

  • Erg tevreden met zichzelf.
  • Sierlijk, vooral gezegd van iemands houding en beweging.
  • Het beeld van een mens of ding waarbij je alleen de omtrek ziet.

benadrukken:

  • Duidelijk maken dat iets heel belangrijk is.
  • Indrukwekkend.
  • Ongeïnteresseerd, als het je niets kan schelen.

beschaamd:

  • Vol schaamte.
  • Erg tevreden met zichzelf.
  • De lijnen in iemands gezicht die opvallend zijn.

gracieus:

  • Verwaand, als je neerkijkt op andere mensen en je beter voelt.
  • Waaraan je iets of iemand kunt herkennen.
  • Sierlijk, vooral gezegd van iemands houding en beweging.

het silhouet:

  • Het beeld van een mens of ding waarbij je alleen de omtrek ziet.
  • Een persoon met een bepaald uiterlijk, bijvoorbeeld griezelig of lieftallig.
  • Smal en fijngebouwd.

imposant:

  • Indrukwekkend.
  • Erg tevreden met zichzelf.
  • Afbeelding (of beschrijving) van iemand, vaak alleen het gezicht.

de uitstraling:

  • Smal en fijngebouwd.
  • De indruk die iemand maakt. Het kan bijvoorbeeld vrolijk, sterk, warm of negatief zijn.
  • De lijnen in iemands gezicht die opvallend zijn.

bevallig:

  • Waaraan je iets of iemand kunt herkennen.
  • Sierlijk, vooral gezegd van iemands houding en beweging.
  • De indruk die iemand maakt. Het kan bijvoorbeeld vrolijk, sterk, warm of negatief zijn.

nonchalant:

  • Verlegen, een beetje bang om iets te zeggen of te doen.
  • Opvallend of heel erg op elkaar lijkend.
  • Een beetje slordig, alsof je er niet zo op let.

sprekend:

  • Het beeld van een mens of ding waarbij je alleen de omtrek ziet.
  • Verwaand, als je neerkijkt op andere mensen en je beter voelt.
  • Opvallend of heel erg op elkaar lijkend.

het portret:

  • Een beetje slordig, alsof je er niet zo op let.
  • Afbeelding (of beschrijving) van iemand, vaak alleen het gezicht.
  • De indruk die iemand maakt. Het kan bijvoorbeeld vrolijk, sterk, warm of negatief zijn.

kenmerkend:

  • De indruk die iemand maakt. Het kan bijvoorbeeld vrolijk, sterk, warm of negatief zijn.
  • Smal en fijngebouwd.
  • Waaraan je iets of iemand kunt herkennen.

arrogant:

  • Verwaand, als je neerkijkt op andere mensen en je beter voelt.
  • De lijnen in iemands gezicht die opvallend zijn.
  • Waaraan je iets of iemand kunt herkennen.

bedeesd:

  • Verlegen, een beetje bang om iets te zeggen of te doen.
  • Vol schaamte.
  • De indruk die iemand maakt. Het kan bijvoorbeeld vrolijk, sterk, warm of negatief zijn.

het postuur:

  • De lichaamsbouw.
  • Erg tevreden met zichzelf.
  • Smal en fijngebouwd.

de gelaatstrekken:

  • Een beetje slordig, alsof je er niet zo op let.
  • Afbeelding (of beschrijving) van iemand, vaak alleen het gezicht.
  • De lijnen in iemands gezicht die opvallend zijn.

de verschijning:

  • Een persoon met een bepaald uiterlijk, bijvoorbeeld griezelig of lieftallig.
  • Vol schaamte.
  • Ongeïnteresseerd, als het je niets kan schelen.

tenger:

  • Het beeld van een mens of ding waarbij je alleen de omtrek ziet.
  • Smal en fijngebouwd.
  • De indruk die iemand maakt. Het kan bijvoorbeeld vrolijk, sterk, warm of negatief zijn.

onverschillig:

  • Indrukwekkend.
  • Waaraan je iets of iemand kunt herkennen.
  • Ongeïnteresseerd, als het je niets kan schelen.