Lessen
Aantal vragen: 20
Goed: 0
Fout: 0

de fitting:

  • Met veel sfeer. Als iets gezelligheid uitstraalt.
  • Licht uitstralend dat eerder opgevangen is.
  • Een houder waarin je een gloeilamp draait.

het schijnsel:

  • Zacht licht of zwak licht.
  • Alles wat met de natuur te maken heeft, niet door mensen gemaakt. Het tegengestelde van kunstmatig.
  • Soort licht dat mensen niet kunnen zien, maar wel kunnen voelen als warmte.

sfeervol:

  • Onrustig branden (van een vlam).
  • Met veel sfeer. Als iets gezelligheid uitstraalt.
  • Licht in iemands ogen schijnen, waardoor iemand even niets kan zien.

de lichtbron:

  • Licht uitstralend dat eerder opgevangen is.
  • Een voorwerp dat licht geeft.
  • De manier waarop iets werkt of in elkaar zit.

natuurlijk:

  • Een voorwerp dat licht geeft.
  • Het licht van de bliksem, zonder flits.
  • Alles wat met de natuur te maken heeft, niet door mensen gemaakt. Het tegengestelde van kunstmatig.

verblinden:

  • Een voorwerp dat licht geeft.
  • Licht in iemands ogen schijnen, waardoor iemand even niets kan zien.
  • Door mensen gemaakt. Het tegengestelde van natuurlijk.

ultraviolet:

  • De straling van de zon die je niet kunt zien, maar waar je wel bruin van wordt.
  • Alles wat met de natuur te maken heeft, niet door mensen gemaakt. Het tegengestelde van kunstmatig.
  • Een voorwerp dat licht terugkaatst.

fluorescerend:

  • Iets verbinden met iets.
  • Alles wat met de natuur te maken heeft, niet door mensen gemaakt. Het tegengestelde van kunstmatig.
  • Licht uitstralend dat eerder opgevangen is.

flakkeren:

  • De straling van de zon die je niet kunt zien, maar waar je wel bruin van wordt.
  • Iets verbinden met iets.
  • Onrustig branden (van een vlam).

dimmen:

  • Licht in iemands ogen schijnen, waardoor iemand even niets kan zien.
  • De straling van de zon die je niet kunt zien, maar waar je wel bruin van wordt.
  • Dempen, minder fel laten schijnen.

het principe:

  • De manier waarop iets werkt of in elkaar zit.
  • Dempen, minder fel laten schijnen.
  • Met veel sfeer. Als iets gezelligheid uitstraalt.

het verschijnsel:

  • Met veel sfeer. Als iets gezelligheid uitstraalt.
  • Licht uitstralend dat eerder opgevangen is.
  • Iets wat zich voordoet, zoals volle maan of de bliksem.

aansluiten:

  • Onrustig branden (van een vlam).
  • Iets verbinden met iets.
  • Een houder waarin je een gloeilamp draait.

de reflector:

  • Een voorwerp dat licht terugkaatst.
  • Een voorwerp dat licht geeft.
  • Licht in iemands ogen schijnen, waardoor iemand even niets kan zien.

het neonlicht:

  • Licht in iemands ogen schijnen, waardoor iemand even niets kan zien.
  • Fel gekleurd licht uit glazen buizen dat vaak voor reclame wordt gebruikt.
  • De straling van de zon die je niet kunt zien, maar waar je wel bruin van wordt.

sneuvelen:

  • Kapotgaan.
  • Alles wat met de natuur te maken heeft, niet door mensen gemaakt. Het tegengestelde van kunstmatig.
  • Dempen, minder fel laten schijnen.

de levensduur:

  • Iets verbinden met iets.
  • Licht in iemands ogen schijnen, waardoor iemand even niets kan zien.
  • De tijd dat iets meegaat

infrarood:

  • Soort licht dat mensen niet kunnen zien, maar wel kunnen voelen als warmte.
  • Dempen, minder fel laten schijnen.
  • Iets wat zich voordoet, zoals volle maan of de bliksem.

het weerlicht:

  • Een houder waarin je een gloeilamp draait.
  • Het licht van de bliksem, zonder flits.
  • De tijd dat iets meegaat

kunstmatig:

  • Door mensen gemaakt. Het tegengestelde van natuurlijk.
  • Kapotgaan.
  • Alles wat met de natuur te maken heeft, niet door mensen gemaakt. Het tegengestelde van kunstmatig.